Blij eten

05-05-2015 17:56

'Mama, mama, ik voel mij zo boos op alles!’

Ik kijk op en zie een ongelukkig kind voor mij waarbij, heel ongewoon, tranen in de ogen staan.

‘Waar ben je boos op?’

‘Weet ik niet.’

‘Waarom ben je boos?’

‘Weet ik niet.’

‘Wil je een koekje?’

‘Weet ik niet.’

‘Hier, neem maar, knap je vast van op!’

Enigszins mokkend  neemt het kind een hap. Heel voorzichtig zie ik een glimlachje te voorschijn komen.

‘Lekker mama! Veel beter dan die ik vanochtend van een klasgenootje kreeg.’

‘O?’

‘Ja, iemand zat stiekem koekjes te eten tijdens de les en de juffrouw zag dat. Voor straf moest die persoon de rest van de rol koekjes met de klas delen vlak voor de pauze.’

‘En wat vond jouw klasgenootje daar van?’

‘Helemaal niet leuk! Het waren namelijk erg dure koekjes die zelf gekocht waren.’

‘Hoe voelde je je voordat je dat koekje ontving?’

‘Ik was fijn aan het werk.’

‘Wanneer merkte je dat je boos was?’

‘In de pauze.’

 

Wanneer alle koek op is stel ik nog een vraag: ‘Weet je wat ik altijd doe wanneer ik met voedsel bezig ben?’

‘U bent altijd aan het bidden of met uw gedachten bij god.’

‘Dat klopt. Weet je ook waarom dat is?’

Het kind denkt even na en antwoord dan: ‘Eigenlijk weet ik dat niet precies. Wilt u dat nog een keer vertellen?’

‘Natuurlijk!’ En geef een aai over de bol.

‘ Ik wil goede gedachten in het eten stoppen, gedachten waar je blij van wordt, vrolijk, rustig van binnen.’

‘Zodat ik weer blij wordt van het koekje dat u mij zojuist gaf?’

‘Precies! Iedereen heeft gedachten en gevoelens. Wanneer je met voedsel bezig bent, zoals bijvoorbeeld bij het uidelen van koekjes, komen jouw gedachten en gevoelens mee in dat voedsel. Wanneer dit vrolijke en blije gedachten zijn is de ontvanger van het voedsel dat ook.’

‘En als je niet zo blij bent, komt dat dan ook in het eten?’

‘Ja.’

‘Maar dan eet ik altijd hoe iemand anders zich voelt!’

‘Dat hoeft niet. Er is ook een manier om voedsel dat geen blije gedachten bij zich heeft blije gedachten mee te geven voordat je het opeet of deelt met iemand anders.’

‘Hoe dan?’

‘Door, wanneer dat voedsel bij jou is, respect te hebben voor het voedsel, dank de vorm die het had voordat het jouw voedsel werd, dank de natuur en, als je kunt, de schepper van die natuur.’

‘Hoe weet ik of voedsel blij is of niet?’

‘Dat kun je niet weten, daarom geef ik het altijd blije gedachten mee.’

‘Fijn mama, dat u dat doet, dat ga ik ook doen!’

Contact

Inspirerende Verhalen levenmettechniek@gmail.com